Het is een reisverslag van een jonge Duitse student, Hans Gerstein, neef van de Präsident der Zivilverwaltung der Provinz Brabant (burger gouverneur van Brabant), Karl Gerstein. Hij vertelt er zijn treinreis van Saarbruck naar Brussel, zijn verblijf in Brussel, zijn relaties met het Duitse bestuur en zijn oom, zijn uitstappen naar Waterloo, Antwerpen, Brugge, Oostende en museumbezoeken. Zijn verhaal is bijzonder interessant voor de geschiedenis van Brussel tijdens de bezetting, want hij beschrijft er de het dagelijkse leven van de Brusselaars gedurende de enkele weken die hij in de stad doorbracht.
Het origineel bevindt zich nog steeds in de familie Gerstein in Duitsland. De zoon van Hans, Hermann Gerstein, heeft een transcriptie van het dagboek laten maken, om de leesbaarheid van de originele Duitse tekst in Gothisch geschrift geschrenven te vergemakkelijken.